zondag 27 juni 2010

zeilen; a way of life

Daar zeilde op de Noordzee,
de Noordzee wijd en koud,
een schip zo zwaar beladen
met 's werelds ijdel goud. 

" hoi Con, Dit weekend wordt het heel mooi weer, maar voor mijn boot geen wind (1) Er rust een vloek op onze zeilafspraak!"
zo meldde het smsje wat ik vrijdags kreeg. Maar ik was het daar niet helemaal mee eens. Ik had de keuze om thuis te blijven in een veel te heet appartement of toch te gaan. Ik vertelde hem dat ik gewoon kwam en dat we dan wel zouden zien. Eenmaal ter plekke had ik toch wel wat overredingskracht nodig om hem de trossen los te laten gooien en toch verder te gaan kijken dan een veel te hete haven. Een beetje in de kuip te kijken en gaar worden was niet helemaal wat ik voor ogen had. Mijn voorstel was om gewoon naar het IJ-meer te varen en daar voor anker te gaan. Daar zou in ieder geval iets meer wind zijn. De landtrossen werden dus losgegooid, maar in plaats van op het IJ oostwaarts te varen gingen we het Noordzee kanaal op. Volgens de schipper om iets verder voor anker te gaan. Maar we voeren en voeren. Langs de Coentunnel. We lieten Zaandam achter ons, passeerde de Amerika- en Afrikahaven. Bij Velsen de sluizen door en dan richting het Forteiland van IJmuiden. Hij stelde steeds zijn doel bij: Het werd de Noordzee. Daar was ik helemaal niet rauwig om en de schipper wist veel van de geschiedenis van deze omgeving te vertellen. "Dat halverwege de 19e eeuw, toen het plan ontstond om Amsterdam beter bereikbaar te maken vanaf de zee, het Noordzee kanaal werd gegraven. Bij de sluizen aan de Noordzee ontstond toen het dorpje IJmuiden. Oftewel 'muiden' betekent monding, dus monding aan het IJ. Tegelijkertijd nam ook de kwetsbaarheid van Amsterdam toe. Om zich tegen vijandelijk tuig te beschermen bouwden ze dus het Forteiland". Nu ik dit zo vanaf het water kon bewonderen leek me dat ook wel eens leuk om dit van dichtbij te gaan bekijken. Maar niet op deze zonovergoten en hete zondag. We voeren met zijn boot, een Colin Archer, de Noordzee op. Er was niet te veel gezegd: "Met deze zware boot wordt het pas leuk met windkracht 5" Het werd dus echt dobberen. Lekker op zee, beetje zeilen, beetje relaxen. Tegen het einde van de middag besloten we maar weer terug te gaan. De terugweg leek op zich sneller te gaan. Halve wind en motoren. Het enige wat er gedaan werd waren wat stuurcorrecties. Eenmaal weer terug in de haven werden we uitgenodigd voor een barbecue. In de ondergaande zon werden de kooltjes in een speciale "DoehetmaaroptdekBBQ" gedaan en werd er een heerlijke braai gehouden. Na het nuttigen van heerlijk lamsracks en zelfgemaakte saté kwam er een akoestische gitaar bij. Deze werd gestemd en even later zochten de flamenco tonen de wijdte van het IJ op. Naarmate het verder donker werd volgden de zeemansliederen en er werd uit volle borst meegezongen, zover de teksten werden gekend. Met een wijntje, olijven en kaas erbij kwam men wel los. De sfeer was goed en de entourage geweldig. Eigenlijk had ik gewild dat ik de dag erop niet had hoeven werken... maar de klok tikt door en het werd op een gegeven ogenblik echt tijd om afscheid te nemen. De anderen achterlatend. Onderweg naar huis dacht ik: "Het lijkt me op zulke momenten heerlijk om een zeilboot te wonen", maar of dat altijd leuk is dat vraag ik me af.

donderdag 24 juni 2010

Tweede zeezeilles

Een schip is veilig in de haven, maar daarvoor wordt het niet gebouwd.


Mijn poging om te gaan zeezeilen was de laatste paar keren al behoorlijk in de kiem gesmoord. Ik had me opgegeven voor de eerste groep "after work sailing" Maar omdat ik nog bang was dat ik het niet zo goed zo kunnen, heb ik toentertijd besloten om nog een aantal keer aan boord te stappen bij iemand waar het me meer veilig leek. Waar ik na mijn gevoel fouten mocht maken. Ondanks dat hij de lat soms wel erg hoog legde, voelde het veilig. Maar de angst om daadwerkelijk ook wat te doen blokkeerde me ook weer. Zo erg dat ik besloten had niet meer zo snel ergens aan boord te stappen. Bang om fouten te maken. De zeezeillessen waren betaald en ik als echt "Veluws meisje" vond dat ik dan ook maar moest gaan. De eerste keer moest ik wachten tot kwart voor 8 voordat de andere cursiste kwam. Op een klein bootje met windkracht 5 en toch wel hoge golven gingen we zeilen. Eenmaal op zee viel de angst van me af en beleefde de pracht van het zeilen, maar nog wel steeds bang om fouten te maken. Toen werden steeds avonden afgezegd. Ik begon me daadwerkelijk af te vragen of ik nu wel door moest gaan met zeilen. Had ik de lat voor mezelf niet weer eens veel te hoog gelegd? Na twee keer te zijn opgestapt met nauwelijks wind en een toch wel aparte sfeer aan boord, dacht ik zelfs ik kap ermee. Maar ergens bleef het kriebelen. Toch maar weer met de zeezeilschool gebeld en ja hoor ik kon zowaar op de maandagavonden in een klasje stappen. Maandag de 21 juni zou de eerste avond zijn. Vol goede moed vertrok ik om half 5 richting Scheveningen. Op de plaats van bestemming wisten ze van niets en ik dacht echt: "Ik ga nu kappen! vraag me geld terug, want het wordt niets". Maar al snel met wat heen en weer gebel was het in orde. Ik mocht meedoen. Deze keer stapten we na de briefing en kennismaking op een Bavaria 38. Het werd al snel duidelijk. Ik was degene met de meeste zeilervaring, dus ik moest als een echte schipper commando's geven om de box uit te varen. Dit had ik wel vaker gedaan, maar zeker niet mijn sterkste kant. Heel snel ging het door mijn hoofd heen? "Wil ik dit wel?" Angst sloeg toe vanuit vorige ervaringen. Weer bang om fouten te maken. Ik meldde het aan onze instructeur dat ik dat best wel wilde doen, maar wanneer het mis dreigde te gaan dat hij zou ingrijpen. Heel resoluut antwoordde hij: "Het gaat niet mis, doe maar gewoon!" Dus daar gingen we. Heel soepel. Ik gaf aanwijzingen en even later voeren we de haven uit. In de tweede haven gingen we wat manoeuvres doen. Hij gaf aan dat je een boot beter achteruit in kon varen in de box. Ik zou dan meer zicht hebben op wat er dichtbij gebeurde en snel in zijn vooruit ging eenmaal sneller dan in zijn achteruit. Eenmaal op zee hadden we te maken met nog een stevig golf van behoorlijk onstuimig weer van een aantal dagen ervoor. Er stond zo'n 16 knopen wind en we zeilden heerlijk. Alleen werden de twee andere cursisten steeds witter  om de neus en het duurde niet lang of de vissen werden gevoerd. Ze wilden niet meer aan het roer. Op de vraag of ze terug wilden, was dat nog niet nodig.
Net voor de kust van Scheveningen liggen 4 boeien. 2 kardinale boeien en 2 gele boeien. Er stond die avond een NO wind. En de opdracht was strak langs de boeien te varen en ze aan bakboord te houden. We voeren ruime wind richting eerste ton met een koers van 90. Toen we in de richting kwamen moest ik flink nadenken wat de boot zou gaan doen. We gaan gijpen riep ik precies op tijd. Klaar! Heel rustig voer ik om de betonning heen. Ik lette goed op dat de giek rustig over kwam. De genua werd aangetrokken en we konden een nieuw koers varen. Ik kreeg de opdracht en aanwijzingen om goed naar de bolling van mijn zeilen te blijven letten. Aan de wind voeren we naar de volgende ton. Bij die ton begon ik te twijfelen. gijpen of overstag? Ik sprak mijn twijfel uit. Je hoeft alleen iets hoger aan de wind gaan varen, dus wat betekent dat voor je zeilen? Langzaamaan begon ik het te begrijpen... Althans toen we naar de laatste ton moesten dacht ik: "En nu?" De opdracht was er zo strak mogelijk langs heen, maar goed we zitten in een zeilboot en als je een rondje vaart om betonning, dan betekent het een keer dat je een niet te bezeilen stuk op moet. Vragend keek ik m aan. Dat kun je nu wel willen, maar dat gaat niet lukken zei ik. Ik kreeg zowaar gelijk, maar waar ik al bang voor was kreeg ik gelijk de vraag en wat nu? Gelukkig hielp hij direct. Hij wees naar het windvaantje en zei dat ik zover moest varen dat ik het hoog aan de wind die koers kon bevaren, dus bepaal zelf maar wanneer dat is. Iets te laat gaf ik de opdracht, maar al snel gingen we het laatste stukje met 7,5 knopen, de boot schuin door de golven heen naar de laatste boei. Ik had er 11 minuten over gedaan en met de uitdaging mijn tijd de volgende keren te gaan verbeteren gingen we verder. Het laatste stukje wilde hij dat ik nog een keer alle snelheid uit de boot zou halen. We voeren aan de wind en we haalden ruim 7,5 knopen. Toen kreeg ik de opdracht om overstag te gaan, zonder al te veel aan snelheid in te boeten. Het ging geweldig. Met een hele snelle overstag manoeuvre verloren we nauwelijks snelheid.  Ik lag direct weer op koers. Ik kreeg een high-five... Langzamerhand gaat het steeds beter... De volgende keer gaan we een koers uitzetten en zal ik nog meer schipper moeten zijn. Best spannend, maar ik heb er wel weer in in. 

zondag 20 juni 2010

Een nieuwe uitdaging?

"There's no thrill in easy sailing when the skies are clear and blue, there's no joy in merely doing things which any one can do. But there is some satisfaction that is mighty sweet to take, when you reach a destination that you never thought you'd made”

De laatste paar keer dat ik aan het zeilen ben geweest was er niet of nauwelijks wind. Dan is het leuk om aan boord te zijn, maar niet echt voor de kick. Ik zoek op zich altijd wel iets meer uitdaging, dan varen op een spiegelgladde Noordzee of IJsselmeer. Uitdagingen aangaan omdat ik iets graag wil, om mezelf te verbeteren in wat ik nog niet kan. En het zeilen wil ik natuurlijk heel graag beter kunnen. Toch ben ik bang om fouten te maken en ik merk dat het me blokkeert. Ik realiseer me wel dat ik bij rustig weer het is toch wel heerlijk vind om te varen. Het is namelijk ook wel geruststellend, want de kans dat ik dan aan boord fouten maak is gering. Een heleboel zaken spelen in mijn hoofd af, voordat ik durf te handelen. Ik weet het wel, maar als het erop aan komt, dan zie ik mezelf fouten maken. "Is dat juist omdat ik geen fouten wil maken?" vraag ik me dan af. "Leg ik die lat niet veel te hoog?" Menigmaal is er tegen me gezegd: "Houd eens op met denken en ga gewoon eens zeilen" En dan blokkeer ik, want hoe moest ik dat nou weer doen: 'Niet denken, maar voelen en daarna handelen'. Het meest opvallende was wel de eerste keer zeilen op zeezeilschool. Hier mocht ik mijn inziens fouten maken, omdat het een zeezeilschool is. Hier kom ik om te leren en dan opeens gaat het wel goed. Wanneer het wat dichterbij komt dan voel ik me opeens kwetsbaar en dan wil ik het gewoon perfect doen. Ik wil dan juist niet falen, maar zoals het behoort te gaan in een self fullfilling prophecy gaat het hier in beginsel natuurlijk al fout. De muur wordt opgetrokken. Steeds meer word ik me bewust dat door het optrekken van die muur vaak de basis ligt van een heleboel zaken die me op dit moment bezig houden. Niet alleen met zeilen, maar ook met mijn studie, met mijn werk en ga zo maar verder. Zeilen blijf ik doen, maar nu even niet meer de lat zo hoog leggen. Een nieuwe uitdaging: "Ik mag fouten maken..., want met muren om me heen is het zo lastig bewegen" 


vrijdag 28 mei 2010

Pinkstertocht naar Lowestoft


I find the great thing in this world is not so much where we stand, as in what direction we are moving: To reach the port our destiny, we must sail sometimes with the wind and sometimes against it, but we must sail, and not drift, nor lie at anchor. 

TOCHTVOORBEREIDING

Een goede tochtvoorbereiding en –planning is natuurlijk een absolute noodzaak. Wat moet er zijn? Wat moet er komen? De mailing gaat over en weer en in de hectiek van alle dag worden er boodschappen gedaan. De waypoints doorgegeven. De tassen gepakt met alle benodigde kleding: Van: "Het kan heel koud zijn tot het kan heel mooi weer worden" Dus van mijn wollen trui tot mijn roze bikini verdwijnt in mijn rode knapzak. Dan moet er ook nog nette kleding mee voor "The captains diner" Een kast vol kleding, maar de bekende vraag komt naar boven: "Wat moet ik dan aan?" Een tip van een vriendin helpt me. 'une petit robe noir' hoort in elke koffer van een vrouw thuis. Daar kun je altijd mee voor de dag komen. Wanneer alles klaar is wordt de auto volgeladen om uit het werk snel naar de boot te kunnen. Werkkleding wordt gedeeltelijk onderweg tijdens het rijden al uit gedaan. Wanneer ik half verhit aan boord kom met tassen vol kleding en tassen vol eten is het commentaar van de heren, die meevaren al gegeven. Dit belooft een gezellige tocht te worden. Na alles geïnstalleerd te hebben volgt de safety briefing met de bemanning: Weet wat waar te vinden is en hoe het werkt. heeft iedereen een gecheckt reddingsvest aan en zijn de lifelines er? De checks worden gedaan, rondje rond de boot, motor, schoten/lijnen, water, brandstof, voedsel, kaarten, veiligheidsmiddelen, et cetera. Denken jullie ook aan afsluiters en luiken? Dan kunnen we gaan, de lijnen worden losgegooid. We worden uitgezwaaid door een enkeling die in de haven aanwezig is. Ik heb er helemaal zin in...



HEENREIS

And soon, too soon, 
we part with pain, 
To sail over silent seas again. 

De eerste stop is "de Roompot". Daar liggen we voor de sluizen om de volgende dag al heel vroeg uit te varen. Die nacht heb ik het erg koud. Mijn keel doet pijn en ik voel me niet lekker. Ik doe er echt alles aan om me warm te houden. Maar deze kou zit in mij en al rillend kom ik de nacht door. De volgende morgen wanneer de zon nog nauwelijks op is gaan we door de sluizen. De zee is vlak. De zon breekt door maar toch is het koud. Als ik wacht heb passeert er een groot vrachtschip. Omdat we motoren besluiten mijn wachtmaatje en ik iets gas terug te nemen. Zodat we het zo beetje alleen op de zeilen doen. Oké, ik ben nog niet door de wol geverfd, maar niet groen meer is mijn idee over mijn zeilervaring.  Toch hoor ik steeds dingen die ik vanuit mijn vorige leven echt anders gewend was te doen. Aangelijnd naar voren? Ik heb met windkracht 8 onaangelijnd gestaan. Hier zie je de verantwoordelijke schipper die tegen mij zegt: "Zou jij niet eens lekker onder zeil gaan?" Het is dan 11 uur in de morgen.  Ik had wacht tot 12 uur. Ik wil protesteren, maar ik merk ook wel dat ik heel moe ben. Leidinggeven is mijn ding, Leiding ontvangen moet je ook kunnen. Ik besluit daar mee als ik op de deining van de zee in slaap val. Wat is het toch heerlijk om aan boord te zijn.
Wanneer ik wakker word is het nog maar een uur later. Ik ben even heel ver weg geweest, maar ik heb trek. De scheepskok heeft een heerlijk broodje ei gemaakt. Deze nuttig ik en ik merk dat het praten me steeds meer moeite kost. Ik merk ook dat ik heel erg moe ben. Ik excuseer me en duik maar weer in mijn kooi om vervolgens heel diep weg te zakken. Pas laat in de middag word ik wakker. De mannen hebben besloten om mij maar te laten slapen. We praten wat bij, kaarten wat en ik kom tot rust. 3 mannen die voor me zorgen terwijl ik me niet zo fit voel, wat wil je als vrouw nog meer? Ik laat het me lekker aanleunen. Zeilen is op dit moment toch niet echt een issue. De motor draait al minstens 14 uur volop als de duisternis intreedt. Dan kan ik het niet nalaten om de sterrenhemel te scannen. Saturnus laat zich zien. Jammer genoeg hebben we niet een kijker die de ringen duidelijk laten zien, want ik twijfel of het Spica is, de helderste ster in het sterrenbeeld maagd of Saturnus. Dan bedenk ik de woorden van mijn opa nog maar eens: "Een ster flikkert en een planeet niet". Dat zijn niet de enige lichtjes die we te zien krijgen. We moeten gaan koersen op de haveningang. Ik vind dit spannend en ik tuur de duisternis in. Ik merk op dat door de lichten aan de wal de lichten op de boeien slecht te zien zijn en dan is het wel heel erg rustig weer. Hoe zou het dan zijn met onstuimig weer?  Als we eenmaal de havenmond in zicht hebben dan roept de kapitein op: "Papa India 6933" en of hij binnen mag lopen? Wanneer we eenmaal vastliggen dan komt het bier en de nootjes tevoorschijn en we toasten  en bedanken de kapitein voor een rustige overtocht.

TERUGREIS
En hoe verder hij ging,
des te langer
was zijn terugweg
Deze woorden begroeten je als je Utrecht Centraal binnenrijdt met de trein. Ik heb vaak over deze woorden nagedacht. Spreekt de dichter zichzelf tegen of versterkt hij juist wat hij zeggen wilt? Ik denk dat ik het na deze reis een beetje weet. Soms ga je ergens heen, je verlangt naar waar je zijn wilt en je geniet ervan. Alles werkt mee, maar dan moet je nog terug. Je hoopt op meer wind, zodat de tocht wat leuker, spannender en leerzamer zal zijn. Maar "wanneer je denkt dat het zo is, is het altijd anders". En dan moet je een lange weg gaan...
Toch had deze terugreis een prachtige verrassing. Ik lag net op mijn bedje, toen ik door een van de bemanningsleden opgewonden werd wakker gemaakt met de kreet: "dolfijnen". Ik was direct klaarwakker en begaf me richting voorkant boot waar vijf dolfijnen zich rond de boot bewogen. Mijn camera werd me aangereikt en ik nam gelijk wat foto's. Geweldig! Gewoon genieten van deze prachtige dieren. Er gaat iets magisch van uit. Iets wat zinspeelt op een esoterische beleving. Deze dieren hebben iets. Het is volgens mij dan ook niet zo vreemd dat veel onderzoekers steeds meer en meer overtuigd raken van het feit, dat dolfijnen middels een bepaalde ethische code gekoppeld zijn aan een buitengewoon groot intellect. Dolfijnen moeten dus wel van nature hoogstaande entiteiten zijn. Daar komt dan nog bij, dat zij niet alleen leren van ons, maar wij zeker zoveel van hen! Persoonlijk ben ik jaloers op de uitbundige, plezierige en ontspannen manier van doen. De dolfijnen verdwenen weer en de rust kwam daarmee ook terug op de boot. Iedereen ging weer verder waar die gebleven was. Langzamerhand valt dan de duister in. Iets sneller dan de heenreis bereiken we de Nederlandse kust. Er wordt op zeker moment gevraagd wat voor lichtje dat toch is wat boven de westelijke einder staat? Ik merk op dat dit Venus is. Ik ben moe. De tocht heeft veel van mij gevraagd, maar ongelooflijk veel teruggegeven...     

woensdag 12 mei 2010

mijn eerste zeezeilles...

Leisure is the mother of philosophy

Het is tijd voor mijn eerste zeezeilles. Ik besluit om op tijd van huis te gaan en ik stap om 10 over half 5 al de deur uit. Tom Tom installeren, want op de site staat aangegeven dat er een ander verzameladres is. Het begint de wijk al uit. Ik kan niet via de kortste route de A12 op, maar moet via de A2. Dat is zeker niet sneller. Nauwelijks op de A12 aangekomen sta ik vast. Het rijdt helemaal niet meer en het lijkt wel of heel Nederland weer een op de weg zit met 2 dagen vrij. Na een rit van 2 uur(normaal 50 min) kom ik aan in een compleet lege haven. TomTom weet het ook niet meer en ik besluit maar uit te stappen. Misschien ergens te vragen? Maar ik zie niemand! "Wat nu?" Dan is het handig dat je een mobiel bij je hebt. Hulplijntje bellen in dit geval met de vraag: "Wat moet ik nou?' Maar ik heb nog nauwelijks mijn hulpkreet uitgezonden of ik zie iemand 2 meter beneden mij bezig. En hoe dom, daar liggen ook verschillende boten met op de huik levensgroot: "Zeezeilschool". Over het hoofd gezien. Op dat moment stopt het ook met zachtjes regenen. Eenmaal op de steiger stelt de instructeur voor om maar snel mijn zeilpak aan te doen. "We zijn al laat" Ik zie verder niemand in de haven en hij is bezig op een piepklein bootje met de naam: "Hobbes" . Ik kijk nog even hoopvol richting een "Bennetau 42, maar al gauw wordt mij duidelijk dat het op dat kleine bootje gaat gebeuren. De vlaggetjes in de haven staan redelijk strak, dus een goede windkracht 5 staat er wel. Ik krijg al snel commando's in de vorm van: " Doe jij de Genua erop?" Hij legt de eerste harp vast aan de boot en al snel is dit klusje gepiept. Er wordt uitgelegd dat er een doorgaande genuaschoten zijn. Deze worden klaar gemaakt. Op dat moment arriveert ook de andere cursist. Ook verlaat door de file. We krijgen enkele instructies en dan varen we weg. De haven uit. Omdat hij niet op volle zee de zeilen wil hijsen wordt dat nog in de luwte van de havenmond gedaan.  Ik zie dat de golven best hoog zijn en dat er ook witte koppen staan als we eenmaal met een stevige noordenwind de Noordzee opvaren. Het bootje wordt gelijk door de golven gepakt en ik krijg gelijk de helmstok in mijn handen geduwd: "Vaar maar op de genua" zegt hij. Ik blik omhoog en zie dat de windtales mij vertellen dat ik lekker op koers lig. Dit kleine bootje luistert heel nauwkeurig, maar het gaat lekker. Aan de hoge kant gezeten houd ik de helmstokverlenger vast en de boot bonkt lekker door de golven. Ik corrigeer hier een daar op het moment dat we door zo'n golf gaan. De andere cursist zit op haar billen op de bodem en is enigszins confuus. Aan haar gezicht is af te lezen dat zij het niet echt leuk vindt, terwijl ik een smile heb van: "Geweldig" Dan krijg ik de opdracht dat we overstag gaan. Dit gaat helemaal goed. Ik stuur het bootje in een keer goed de wind door en lig weer gelijk op koers. Maar waar ik geen rekening meegehouden heb is dat nu de golven opeens anders lopen. Dit maakt mij even onzeker. " Vaar op je windtales" is de opdracht. En het gaat goed! Ik merk wel dat zo'n klein bootje weinig bandbreedte heeft. Het komt echt op zeilen aan. De andere cursist wordt naast mij neergezet en zij krijgt de opdracht om met de grootschoot te sturen, zodat er een samenwerking komt. Omdat zij Engelse is, gaat de instructie voornamelijk in het Engels. We gaan nogmaals overstag. Ik merk dat het overstag gaan op je knieen toch een bepaalde lenigheid van je vraagt en die is niet altijd gegarandeerd is een dik zeilpak. Niet zo soepel als de eerste keer, maar toch goed weer opgepakt varen we richting de pier van Scheveningen. Het regent nog steeds, maar het maakt niet uit. Het spoelt enigszins het zoute water van mijn gezicht. Het wordt tijd om te wisselen. Ik krijg de grootschoot en zij de helmstok. Dit gaat niet lang goed... De zeilen klapperen en ik probeer de grootschoot wel te geven of te vieren, maar dat gaat niet lukken. De instructeur besluit in te grijpen. Zij wordt aan de hoge kant neergezet, met haar benen buiten boord. Dan varen wij samen. Hij met de helmstok en ik met de grootschoot. Ik merk nu dat er samenspel moet zijn. Hij geeft wat aanwijzingen en het gaat heerlijk. Even later vraagt hij ook aan mij om voor de stabiliteit van de boot met mijn benen over boord, naast haar te gaan zitten. Ik heb het water nog nooit zo dicht bij gehad. maar het gaat lekker. Terug naar de haven gaan we voor de wind. Op dat moment zitten we met onze knietjes achter elkaar op de bodem in de kuip. Net voor de havenmond krijg ik de opdracht naar voren te kruipen en ik moet de genua helpen om naar beneden te krijgen. Dit gaat goed. Ook het grootzeil wordt neergehaald. Voor de mast trek ik rustig het zeil naar beneden. eenmaal in de haven merk je niet zoveel meer van de onstuimigheid van de zee. We leggen aan. Maken de boot weer op orde. We hebben ondanks dat we wat later vertrokken toch ruim 2 uur gevaren. Ik heb het gevoel dat het 10 minuten was... Tijdens een biertje in een gezellige bar bij de haven krijgen we feedback en bespreken nog onze ervaringen. Ikzelf krijg het compliment mee dat hij net uit de haven had gedacht "Joh dat is eer eentje die strak koers kan houden onder deze omstandigheden". " Totdat je onzeker werd, omdat je de golven opeens van de andere kant zag komen en dat was je aan te zien". Waar heb ik dat eerder gehoord?: " Hou op met denken en ga gewoon zeilen" Ben toch blij met een strenge leermeester voorgaande lessen!

Share photos on twitter with Twitpic

dinsdag 11 mei 2010

Medemblik-Makkum

Separately there was only wind, water, sail, and boat, 
but at my hand the four had been given purpose and direction.

Vanmorgen al heel vroeg, iets te vroeg naar mijn zin werd ik opgepikt om samen naar Medemblik te rijden. Omdat het toch nog ruim een uur rijden is vanaf Utrecht is er voor dit onchristelijke tijdstip gekozen. De bedoeling is om de boot door de sluizen van Kornwerderzand te varen richting Harlingen.  Daar zou de vrouw van de kapitein aan boord komen en ik zou na een dag varen weer van boord afgaan, omdat ik de dag erop weer allerlei andere zaken te doen heb. 

Eenmaal aan boord vraag ik de dingen, die ik vind dat ik dan moet weten. En dat beperkt zich niet tot waar alles ligt in de keuken. Maar van "Hoe diep ligt deze boot", "Is het een rechtsdraaiend of links draaiend roer?". Nadat ik als commentaar meekrijg dat dit toch wel erg zeldzaam is voor een vrouw,  krijg ik de uitleg over alle technische details van de boot. De zeilen worden klaargemaakt en er wordt aan mij gevraagd of ik de boot de box uit wil varen. De wind staat op de kont. Uit mijn ervaring moet dat de doen zijn, maar omdat de boot toch een paar voet langer is dan ik de laatste tijd gewend ben en ik met een roer moet sturen en niet met een helmstok geef ik aan dat hij het zelf mag doen. Een grijns is het antwoord. Hij vindt dat ik dat gewoon moet doen. We nemen het door. Ik vraag wanneer ik moet gaan draaien. Daar heeft hij nog nooit over nagedacht, dus ik volg maar wat er in de boeken staat. "Op een derde van de lengte van boot, vanaf de voorkant gemeten" besluit ik. Het gaat goed! De boot wordt soepel uit de box gevaren en richting de havenmond geloodst. Een beetje gespannen ben ik dan nog wel, maar het gaat steeds beter.

Omdat de boot eenmaal op het IJsselmeer al met de neus in de wind ligt, kunnen gelijk de zeilen worden gehesen. Er staat niet zo veel wind, dus alle zeilen worden bijgezet. We hadden al besproken wat de beste koers zou zijn, incluis de kaarten en windfinder erbij. Er wordt besloten om eerst maar een eind heen richting Noorden te koersen. De wind pakt dan de zeilen en we glijden soepel over het water. Er staat niet zoveel golf, dus dat is mooi meegenomen. Tegen de middag verandert de wind, de koers wordt iets verlegd. We kijken samen naar de snelheid van de boot met deze wind. Het moment wordt bepaald tot welk waypoint we kunnen varen om meer richting oosten te gaan varen. Op het water is de eetlust altijd genoeg aanwezig. De stuurautomaat wordt er opgezet en ik duik de keuken in om even de lunch klaar te maken. Het weer begint te betrekken en de wind wordt sterker en draait nog meer naar het Noorden. Als we deze koers willen vasthouden betekent dat we moeten gaan kruizen. Daar is hij volgens mij geen voorstander van en we vallen gewoon wat af.  Er wordt op dat moment besloten dat het geen Harlingen gaat worden, maar Makkum. Met de middag trekt de wind nog meer aan en als we richting Oosten koersen halen we makkelijk 7,5 tot 8 knopen. Het gaat lekker. Omdat we niet door de sluizen gaan zijn we eerder op plaats van bestemming dan dat ik gepland en verwacht had. Ik had het ook wel leuk gevonden om eens door de sluizen te gaan, maar goed dat kan altijd nog.  

Eenmaal in de haven, drinken we nog wat. Er wordt wat gekletst en hij vraagt of ik donderdag en vrijdag ook nog meevaar. Ik twijfel namelijk. Ik had al voorzichtig aangegeven dat ik in tijdnood met andere verplichtingen kom. Ze willen naar Terschelling varen met Hemelvaart, dus ik constateer dat ik daar minstens twee dagen mee kwijt ben... Een dag zou nog wel lukken, maar twee dagen is iets te veel van het goede. Ik uit zo mijn bedenkingen en hij weet mij te vertellen dat een gezamenlijke vriend met de hemelvaart eigenlijk ook wel een tochtje wil varen, maar niet meer dan 1 dag. Deze wordt gebeld en het besluit is genomen. Ik vaar donderdag wel, maar niet naar Terschelling. Een volgende keer graag, als ik geen paper meer hoef te schrijven en geen loop van 10 km wil lopen op de zondag.  
We nemen afscheid als zij aan boord komt. Ik neem de autosleutels in ontvangst en rijd in een lekker tempo de regen in.... Hopend dat morgen tijdens mijn eerste zeezeilles het weer beter is.... 
   

maandag 26 april 2010

mooi weer varen...

“I can't change the direction of the wind, 

but I can adjust my sails to always reach my destination.”

 

Vrijdagmiddag, mijn hoofd leeg en het zonnetje schijnt bij mijn kantoor naar binnen. Er komt weinig zinnigs meer uit mijn handen. Ik doe nog wat vrijdagmiddagklusjes als ik het bericht binnen krijg. "Scheveningen is the place to be". Ik doe er een paar minuten over om mezelf te overtuigen dat ik deze week al ruim mijn uren gemaakt hebt en dat er nu toch niets zinnigs meer uit komt. Ik ruim mijn bureau op, geef bij de collega's aan dat het voor deze week genoeg is. In de auto krijg ik een telefoontje, een lichte vorm van paniek aan de andere kant. De boodschap was duidelijk: "De wax waarmee de boot gedaan moest worden was niet helemaal wat hij ervan verwacht had, althans het resultaat". Ik gaf aan dat het probleem, wellicht morgen ook opgelost zou kunnen worden en met een paar handjes extra lukt het vaak beter.

Om zaterdagmorgen 24 april arriveer ik rond 10 uur bij de "uisge beatha". De eigenaar is volgens eigen zeggen al een paar uur bezig. De stuurboordzij is dan al zo goed als klaar. Eerst een bakje leut, weliswaar geen cappuccino, maar het maakt mij wel voldoende wakker om aan het werk te gaan. De plantenspuit waar hij de vorige avond nog om had gevraagd viste ik triomfantelijk uit mijn tas en het werk kon beginnen. Nog geen twee uur later glom ze als een kale kop in het zonnetje. In de haven is er meer leven dan een maand terug. Mensen zijn hun bootjes aan het poetsen en klaar aan het maken voor een mooie zomer en vandaag is een prachtige voorbode van een hele mooie zomer met heel veel zeilplezier. We worden uitgenodigd om op de "Breezer" nog een bakje koffie te komen doen. Dan hoor ik ook verhalen van andere vrouwen, die met hun man, cq vriend meevaren. Ik constateer dat ik na 5 lessen meer doe, dan deze dames. Niet dat dat erg is, maar geeft mij een referentie...

Het is echter al half 3 geweest als we, samen met nog iemand aan boord de haven uitvaren. Ik had me voorbereid dat ik zelf de box uit zou varen. De wind komt pal uit het oosten. Dus dat moest te doen zijn, maar het roer werd door de kapitein genomen en we varen rustig de box uit. Ik neem al snel het roer over en de genua wordt gehesen nog in de havenmond. We kunnen hoog aan de wind de haven uitvaren. We sturen bij en met een voordewindse koers varen we de Grevelingen op. Inmiddels wordt de lunch bereid en ik krijg nog wat aanwijzingen over de betonningen en over het africhten van honden en van dolfijnen en van alles en nog wat. De zon schijnt heerlijk, het roer wordt van mij overgenomen als ik mijn lunch nuttig. De sfeer is goed. Wanneer ik me realiseer dat dit de man is die ook meevaart naar Engeland met de Pinksteren denk ik dat komt helemaal goed. Zelf hoef ik dan namelijk niet zo veel meer te zeggen en gewoon lekker genieten van het zeilen. Na een poosje veranderen we van richting, weer terug richting haven. We varen hoog aan de wind. Ik houd de zeilen in de gaten, maar op het dek liggend, merk ik ook dat mijn gedachte minder worden. Dan komt er een moment dat er aan mij wordt gevraagd hoe varen we daar nu doorheen? Ik schrik op, wat bedoelt hij met die vraag? Wanneer kunnen we overstag om goed door die geul te kunnen. Het is meer gevoel dan wijsheid dat ik zeg dat we om de boei heen overstag moeten. Er komt een uitleg over wind, koers en juiste moment overstag gaan. Het begint te dagen. Ik vraag of hij het ook voor mij nog uit wil tekenen. Dan maakt het nog inzichtelijker. Hij geeft het terug: "Wanneer jij het nu tekent, dan geef ik daar wel commentaar op". Dat lijkt me voor het leermoment van deze dag een goede om te eindigen. Eenmaal terug richting haven worden de zeilen weer neergehaald. Ik houd de boot met de neus in de wind als het grootzeil naar beneden wordt gehaald. Wanneer dat is gebeurd, dan wordt er gevraagd waarom ik de boot nog met neus in de wind houd? We willen toch richting haven? Ja? Ik merk dat de verwachtingen en afstemmingen over en weer nog niet op één lijn liggen. Ik stuur bij en de wind bolt de genua. Hoog aan de wind varen we de haven binnen. Waar ik het gevoel had we halen alle zeilen binnen voor dat we de haven binnen varen, lag dat bij de andere dus duidelijk anders. 

Een heerlijke dag met veel zon, iets to much als ik mijn roodverbrande armen bekijk. Onderweg naar de auto vraag ik: "Gaan we binnenkort nog eens zeilen?" "Natuurlijk" is zijn antwoord. Na ja, Engeland, maar verder? We hadden in principe het over zes keer gehad, dus voor mij een vraag die mij duidelijkheid kan geven. "We moeten het daar nog maar eens over hebben" is zijn antwoord als ik wegloop. Als ik terugrijd denk ik daar over na. Over een cliffhanger gesproken....   


 

 

zondag 18 april 2010

"Of het gaat goed, of ik leer."

Er is geen reden om over duwen en trekken te praten. Boten zijn al lastig genoeg voor degenen die stilzitten zonder te kijken naar de oorzaak van problemen.
J.R.R. Tolkien 

Dit was met recht een ZONdag. Een heerlijke dag om te gaan zeilen. De wind liet het vanochtend nog even afweten, maar gedurende de dag kwam er een leuk briesje.

Ik ging vanmorgen vol goede moed weg, de radio aan. En met de tijd die tomtom had berekend kwam ik ook in Herkingen aan. Mijn kleding en de lunch, waarvoor ik zou zorgen, werden aan boord gebracht. En al snel gingen we over op: "Hoe zeilen we zo weg?" Het weer was gelukkig rustig, dus mijn vorige ervaring met in de box varen met ruim 20 knopen dwars op de boot en dan vergissen in bakboord/stuurboord, had ik besloten naast me neer te leggen. Alhoewel ik wel me wat zenuwachtig begon te voelen toen ik het commando kreeg: "Jij vaart de boot uit de box". Ik had alles voor mij gevoel doorgenomen en wat kon er fout gaan. Ik herhaalde de stappen zachtjes in mijn hoofd. Maar eerst even alle andere technische zaken inspecteren. wierpot, vetpot, roompot, Keulse pot, alles werd langs gelopen. Ik kreeg er uitgebreide uitleg bij hoe het werkte en vervolgens naar buiten. De genua stond er op, dus dat betekende de lijnen eerst aanbrengen. "Maak het maar met een paalsteek vast!" Ja, hoe ging die ook al weer? Riviertje, boompje, riviertje in, om boompje heen. Na een paar pogingen gaf ik het op... G. deed het rustig voor en met de opdracht: "thuis veel gaan knopen!". Verder ging het soepel. De lijnen werden buitenom, bij de lieren gelegd en vervolgens werd de motor aangezet. De stappen hoe ik de box uit zou varen nam ik voor me zelf door en ik was eruit. "Kijk je ook hoe de wind staat?" was de roep die van voren kwam. Ja duh, dat hadden we toch gedaan, maar die wind was in de gauwigheid nog even gaan draaien. "Hij heeft ook alles door" dacht ik snel.  Dus i.p.v. dat de wind aan stuurboord stond, kwam deze nu schuin achter bij bakboord binnen. Dus dat betekent dat de volgorde van losgooien anders wordt. Gelukkig herstelde ik me snel. Ik heb inmiddels 4, bijna 5 zeillessen achter de rug en niets zo veranderlijk als de wind heb ik wel geleerd. En weten waar de wind waait is zo beetje wel de belangrijkste regel bij het zeilen. De box uit. Langzaam in zijn achteruit, draaien halverwege.. De kont draait netjes naar bakboord. Zo ver gaat het goed. "Bijsturen" is de opdracht. Ik stuur bij, echter nog niet zo soepel. Maar hij staat al naast me, corrigeert het roer. En we varen netjes de haven uit..."pff, dat zit er op". Ik ben giga gespannen en bang dat ik fouten maak, dat ik die boot ergens in een andere boot ram ofzo. "Dat doen we over!" Hij neemt het roer over en vaart rustig weer terug de box in. De tweede keer gaat het gelukkig een stuk beter. Toch wel blij dat hij me het gelijk een tweede keer weer laat doen, dat geeft toch een succeservaring. Nog nauwelijks bekomen, gooit hij een stootwil overboord. Ik moet een noodstop maken, achteruit varen en dat zonder dit doorgesproken te hebben. Wonderbaarlijk gaat het goed. Even later nog wat manouveren op de motor. Ook dat gaat prima. We hijsen de zeilen en wanneer dan de motor uitgaat en we varen, dan komt er bij mij altijd even een gevoel van innerlijke rust over me. De situatie wordt verkend. Hoe de vaargeul loopt en hoe de boeien liggen wordt voor mij steeds duidelijker. We moeten laveren. We gaan een paar keer overstag. Ik ben blij dat het goed gaat, nog niet perfect, maar steeds soepeler. Dan worden de zeilen aan mij over gelaten. We gaan overstag, en ik draaien aan de lier en we gaan weer overstag en weer draaien. Ik merk dat ik weer last van mijn rug begin te krijgen, maar ik wil zeilen, dus kiezen op elkaar. Totdat we na een tijdje de koers verleggen en het overstag gaan wordt gijpen. Na een stormrondje zoek ik weer even de koers, stap mis en ik raak het rode knopje van de hendel. Deze breekt af. Oh wat baal ik... dit is echt het laatste wat ik wil.  Ik besluit maar even terug te trekken naar mijn comfortzone: "de kombuis". De boot vaart soepel. Toch blijft het lastig iets te maken als de boot schuin ligt. Dus helemaal vlekkeloos gaat het niet, toch smaakt het prima, maar al zeilend eten is ook niet echt een succes. Later in de haven eten we dus maar de restanten op. Dat eet net zo rustig. Gelukkig worden mijn "fouten" geweldig gerelativeerd. We lachen er samen om en ik ben blij...Met sommige dingen kom ik langzaam in het "bewust bekwame", bij andere punten ben ik nog echt "bewust onbekwaam". Een ding weet ik zeker: "Varen leer je niet door alleen je vaarbewijs te halen".  Het is ervaren, naast de bereidheid om van je fouten te leren. Maar ook leren dat fouten maken mag, want er staat iemand naast je, die je opvangt.... .

maandag 5 april 2010

A penny for a knife

Geef me een geest die op de woelige zee van het leven
Graag de zeilen gevuld ziet met een stevige bries
Zelfs als de stagen schudden en de masten kraken
en het schip dermate overhelt
dat het water drinkt en de kiel bijna hemelwaarts rijst.


De avond voor ik ging zeilen stond ik nog even op mijn balkon. De hemel was opgeklaard en ik zag Mars en Saturnus aan het firmament. Hoewel ik het altijd een moment van complete ontspanning beschouw bedacht ik plotseling: "de lunch!" Afgelopen paar keer had ik steeds voor de lunch gezorgd, dus ik twijfelde of dat nu goed zou komen. Voor alle zekerheid stuurde ik maar een smsje met de mededeling of ik de lunch moest verzorgen of dat het "vissen" zou worden. Voor een hengel kon ik niet zorgen, maar ik had nog een duikersmes liggen in houder. Zoiets waarvan ik me al minstens 2,5 jaar afvraag wat ik er mee moet. Ik dacht misschien kan ik mijn instructeur daar blij mee maken. Gebruikt was het nooit, dus ik vond dat ik deze wel cadeau kon doen. Voor de zekerheid de ochtend voor vertrek wat afbakbroodjes en eieren meegepakt, want ik wilde niet dat we van de honger zouden omkomen ergens op de Grevelingen. Ik zag het ook niet echt voor me dat hij met het mes tussen zijn kaken geklemd op zoek zou gaan naar een dikke karper. (of wat daar ook moge zwemmen). Toen ik het mes cadeau had gedaan liep hij weg. Hij duikelde uit zijn knip een stuivertje op en zei dat dit gewoonte was. Wanneer je een mes geeft dan kan dat ongeluk brengen of vriendschapsbanden doorsnijden. Welliswaar bijgeloof, but better safe than sorry...

Later die dag bedacht ik me dat het misschien wel een eurootje of 10 had moeten zijn. Door inflatie heeft die stuiver van toen, de dag dat het verzonnen is, vast meer waarde dan vandaag de dag...    
Het begon al met uit de box varen. We hadden bedacht hoe we weg zouden varen. Er stond een stevige zuiden wind op de zijkant van de boot. Helemaal doorgedacht en besproken.Toch voelde ik me niet zeker. Ik was zo bezig met de lijn aan de achterkant van bakboordzijde aan te trekken. Dit deed ik echter op mijn knietjes en had daardoor onvoldoende kracht. Een roep van voren deed me realiseren dat aan stuurboord de achterkant werd weggezet en deze de paal dreigde te rammen. Ik zette nog wel snel de lijn vast aan de kikker en probeerde de boot van de meerpaal te duwen. Weer een roep: "pas op je vingers". Een wanhopige blik ging richting voorkant boot. Dit signaal werd opgepakt. Ik moest de lijnen voor vasthouden terwijl hij de boot uit de box zou varen. Hoe het gebeurde, gebeurde het, maar de lijn slipte uit mijn hand en ik kon deze alleen nog maar achterna kijken. Die lag in het water. Direct reageerde de boot. Meelopen was het bevel. Ik liep mee met de paal aan stuurboord. Ik duwde zo hard mogelijk en bedacht dat ik met mijn voet wat meer kracht zou kunnen zetten. "Niet doen, benen binnenboord" Ik raakte enigszins gestrest. Eenmaal goed de haven uit, werd er verteld wat er mis was gegaan en wat ik beter had kunnen doen en wat ik nooit meer mocht doen. Op de motor voeren we richting mosselbank. Daar zouden we aanleggen oefenen aan hogerwal. De stootwillen werden klaar gehangen. Nog niet zo soepel maar dat ging toch redelijk vlot. Toen de lijn aan de voorkant. Die kreeg ik niet zo snel opgeschoten, maar uit vorige lessen had ik geleerd: "communiceren". Ik ketterde wat en riep dat ik nog niet klaar was. Dit werd opgepakt en er werd nog een rondje gevaren. Het aanleggen ging redelijk vlot. Nog een keer in de herhaling, maar nu ik achter het roer. Omdat ik al een keer had ervaren hoe het was gegaan, ging dit toch redelijk soepel.

We lunchten lekker in het zonnetje. We spraken nog wat en voeren even later weer weg. Ik wederom achter het roer. Ik zei nog tegen de kapitein: "ik ben bang om tegen de boot die voor ons ligt te varen" Of ik was bang voor "selffulfilling prophecy", maar ik zette die boot in zijn achteruit. Toen ik van voren de vraag kreeg: Waarom zet je die motor in zijn achteruit? had ik daar niet zo snel een passend antwoord op paraat. Wel realiserend dat het gewoon in zijn vooruit veel beter ging. Toch redelijk soepel voeren we weg.

Eenmaal terug richting haven zouden we in een andere box aanleggen. De wind was in kracht toegenomen. Ik stond achter het roer. We voeren richting box. Omdat ik de situatie niet kende en de wind er echt een spel van begon te maken, voelde ik me niet echt zeker van de zaak. Hij ging achter het roer en vertelde me dat ik zodra ik aan de steiger was moest springen, de lijn direct moest aanleggen schuin voor. Ik stond al op de plecht, mijn ene been over de reling. Klaar voor de sprong op de wal toen ik hoorde van achteren: Houd m aan bakboord af. Ik twijfelde, moet ik nu aan de wal of eerst bakboord afhouden. Nogmaals: "houd m aan bakboord af". Ik trok mijn been terug en in mijn haast duwde ik van stuurboord af. Met dat ik het deed realiseerde ik: "Dit is fout!!!" Echter te laat de boot werd tegen de meerpaal aangeduwd en schuurde er helemaal tegen aan. Gelukkig kregen we een helpende hand van de wal. Enigszins wanhopig verontschuldigde ik me: "Ik wist even het verschil tussen bak- en stuurboord niet meer". De man lachte: "vrouwen". De wanhopige blik van de kapitein deed mij echter verstommen. Ik kon alleen maar zeggen: "sorry". We praten nog lang na over wat er gebeurd was. 

Gelukkig dat die stuiver was gegeven, want anders was het misschien echt helemaal fout afgelopen. Alhoewel? Terwijl ik naar huis reed en mijn auto bijna in de vangrail zette, omdat ik even helemaal wegzakte, realiseerde ik me dat ik doodmoe was... Echter het duurt dan nog ruim één dag dat ik besef: "Doordraven gaat heel lang goed, maar voor welke prijs?" Een stuiver is dan vast niet genoeg...   

zondag 28 maart 2010

basiszeemanschap bij windkracht 6

Met een hart vol vreugde hees Odysseus zijn zeilen om de wind te vangen en gebruikte hij zijn zeemansschap om de boot met een roeiriem recht te houden...
-Homerus


Er was een meisje die op heel jonge leeftijd al van lezen hield. Met opgetrokken benen zat ze dan ergens op een plek waar de andere haar niet zo snel konden vinden. Het liefst las ze sprookjes, sages of mythes. Door te lezen kon ze zich zo inleven en zo verplaatste ze zich met haar gedachten naar een andere wereld. Toen ze groot genoeg was en de Odyssee kon lezen vond ze de avonturen van Odysseus prachtig. Later begreep ze dat de vele avonturen in de Odyssee mogelijk verwezen naar een onderliggende gedachte. De grondgedachte als een zoektocht van Odysseus naar zichzelf. Daarbij Penelope de verpersoonlijking van zijn vroegere geluk en geborgenheid.

En dan rijst de vraag waarom een meisje van de Veluwe nu zo van zeilen houdt? Zand en weerbarstige eikenbomen waren hetgeen waar ze als kind mee speelde. Toch zijn de jaarlijkse vakanties naar Domburg een feest in haar heel prille jeugd. Het water van de zee gaven haar het gevoel van vrijheid... De witte zeilen aan de horizon waren voor haar de vraag: "Waar gaan zij naar toe?" en ze wilde dat ze meekon naar onbekende bestemmingen.

Wanneer het meisje eenmaal een volwassen vrouw is geworden wordt de drang om te kunnen zeilen steeds groter. Heeft die drang te maken met de zoektocht naar zichzelf of een ontdekkingsreis naar vroeger geluk en geborgenheid te vinden?

Dan komt het moment dat ze ervaart dat zeilen echt gaaf is. Ze stapt op en vol vertrouwen vaart ze mee. Op zich geniet ze van elke keer dat ze de haven uitzeilen. De wind geeft haar elke keer het gevoel van vrijheid. Maar die vrijheid is niet echt. Toch vaart ze keer op keer mee. Ze vaart de koers die haar gezegd wordt, maar haar denken wordt stil gezet. Langzamerhand beseft ze dat dit niet het echte zeilplezier is en dat ze het echte zeemansschap wil ervaren. Zeemansschap dat gebaseerd is op ervaring, inzicht, kennis en kunde. En dan komt ze op een punt dat ze ervaart dat voor het echte zeilen iets meer komt kijken en dat ervaringen en het geleerde van eerder je behoorlijk in de weg kunnen zitten. Hoe kom je tot goed zeemansschap? Bij mooi weer en een lekker windje gaat het heerlijk, maar er komt een moment dat het harder waait dan is het mooi op koers houden van de boot nog lastiger op alleen een fok. De boot trekt schuin, er wordt te hoog aan de wind gevaren, de zeilen killen. Afvallen...Dat het veilig bedienen van een beladen lier zelfs geen automatisme is en opeens realiseert ze zich dat ze zo gewend is dat ze commando's opvolgt dat ze het denken uitschakelt... Niet opgeven, maar doorgaan is hier een heel belangrijke les. Ook bij windkracht 6 is het prachtig om de boot onder controle te krijgen. Twee stappen voorwaarts en één achteruit betekent toch vooruitgang. Ook vandaag heeft ze weer heel veel geleerd...

windkracht acht
ze voelt de stormwind
door haar haren wapperen
ziet de metershoge golven
aankomen, brullen
windkracht tien

haar ogen stralen
haar hart bonst
ze voelt de hartstocht
van de wind
die haar optilt met wondere kracht

laat me meevliegen
fluistert ze zachtjes
neem me mee
de wind lacht
de zee huilt

en zij geniet
door de golven gedragen....

zondag 21 maart 2010

de eerste lentedag...

Het mooiste van het leven is niet zozeer waar we ons bevinden, maar in welke richting we ons bewegen: Om te leren moeten we soms met de wind mee en soms tegen de wind in zeilen -maar we moeten in ieder geval zeilen, en niet afdrijven of voor anker liggen.

Toen er afgelopen week een berichtje doorkwam: "kun je aanstaande zondag zeilen?" kon ik alleen met een volmondig ja beantwoorden. Natuurlijk wil ik zeilen. Dan volgt voor mij al snel de stap om te kijken: "Wat voor weer wordt het?" en met name:"Staat er een beetje wind?" Nu bezigen we nog wel eens de uitdrukking: "Maart roert haar staart". Dat werd afgelopen dagen ook wel weer duidelijk hoe waar dat is. Tot vanmorgen vroeg had ik geen goed beeld met wat voor weer het zou gaan worden.

In de auto reed ik weg met een waterig zonnetje die voorzichtig haar stralen door een dik wolkendek liet komen, maar bij Rotterdam begon het te hozen. Ik dacht nog: "Dat belooft niet veel goeds?" Gelukkig was het op de plaats van bestemming wel droog, maar wel met een koude wind. Dit deed mij uiteindelijk besluiten om toch maar mijn droogpak aan te doen. Geen onverstandig besluit bleek achteraf. Althans voor de eerste gedeelte van de dag..

Maar eerst even een rondje boot was mij verteld. Ik werd overhoord over stagen, lijnen en schoten en andere benamingen. Sommige zaken bekend, sommige totaal onbekend. Efin het werd wel al snel duidelijk dat ik mijn huiswwerk niet echt had gedaan. Even later kwam er nog iemand aan boord. Hij kwam kijken of de overloop wel aan de wensen voldeed. We maakten ons klaar voor vertrek.

Vooraf was mij gevraagd: "Hoe vaar je straks de box uit?" Ik keek naar de wind en probeerde me een beeld te vormen hoe de boot straks op mijn gestuntel zou reageren. Ik dacht dat ik er behoorlijk aardig uitkwam, maar toen ik opkeek uit mijn gepeins en toch wat twijfelend mijn oplossing voorlegde werd er opgemerkt: "Weet je dat de boot ook achteruit kan?" Ik probeerde me daar een beeld bij te vormen, maar mijn ruimtelijk inzicht liet me weer hopeloos in de steek. Ik kreeg het vertrouwen om de boot uit de box te varen. Het ging goed en terwijl ik dacht nu achteruit verder varen was de wind grilliger dan dat wij samen hadden kunnen bedenken. De boot werd door de wind gepakt eenmaal uit de box en duwde deze gelijk de goede vaarrichting in. "Zodan...waarom moeilijk doen?"

Eenmaal op het water begon de lucht open te trekken. Er stond een stevig briesje en de boot gleed heerlijk door het water. Wat een genot. Uitgebreid werd de overloop geprobeerd en volgens mij ging dat ook helemaal naar wens. Toen moesten we overstag en nog eens en nog eens. Ik merkte dat ik door die overloop weinig ruimte had om te verplaatsen. En ik kreeg de boot, na het overstag gaan, niet weer lekker aan de wind. Of de boot kwam niet goed door de wind of ik voer helemaal halve wind of nog gekker. Met kritische blikken werd ik gevolgd en op een gegeven ogenblik werd er besloten om het toch maar even voor te doen. Ik keek er na en ik merkte hoe soepel de boot reageerde. Ik zei als we nu samen overstag gaan zodat ik kan voelen hoe jij de helmstok beweegt. Hij nam de helmstok en ik stuurde mee. "Dit is het!" Wat geweldig om te ervaren hoe soepel de boot om zijn minimale bewegingen reageert. Ik merk dat ik nog veel te enthousiast ben of te voorzichig. De boot heeft mij nog en ik heb de boot nog niet. Alhoewel het gevoel begin ik wel meer te krijgen, zeker in vergelijking met de vorige keer.

Bij de lunch lagen we heerlijk in een kommetje, uit de wind en in de zon. De lunch smaakte echt heerlijk. En nadat de afwas weer gedaan was voeren we weer terug. Alleen was de wind wat gaan liggen en we voeren helemaal voor de wind. We kwamen niet verder dan een snelheid van 2 knopen. Dit was een mooie gelegenheid om even lekker het dek te schrobben. Er werd wat gesproken en zoetjes aan kabbelden we zo weer richting haven. Aan mij werd gevraagd de boot weer in de box leggen. Ik vond dat best spannend, zoals alle dingen die je voor de eerste keer doet spannend zijn. Ik dacht dat ik er bijna was en opeens een roep: "Oh NEE!" Con houd jij de boot vast en er werd een lijn toegeworpen en daar stond ik dan. Gelukkig liep het allemaal goed af en achteraf konden we er met elkaar om lachen, maar ik had even mijn hart in mijn keel zitten...

Dan nog even napraten onder het genot van een warme bak thee en iets sterkers. Mijn zeilmanouvres werden nog geëvalueerd. Er werd opgemerkt dat ik af en toe best gespannen bezig ben. Ik denk zelf meer ingespannen, om alles gewoon goed te doen. Ik wil niets vergeten of over het hoofd zien. Toch heb ik vandaag weer heel veel geleerd... Gewoon door te doen en te ervaren en nu even te laten bezinnen en een zekere afstand van te nemen. Bij het afsluiten van de boot was de zon net onder. Toen we in de kuip stonden verlichtte een heldere lichtkegel  de lucht en die merkte ik op. "Een vliegtuig" was de nuchtere reactie van de andere kant. Ik keek nog beter en opeens zag ik het. Maar terwijl de lichtkegel van het vliegtuig overtrok kreeg ik Mars in het oog net boven de zuidelijke horizon. De maan stond er al in een prachtige sikkel aan een donkerblauwe, bijna paarse lucht. Voor sterren was het nog iets te licht, maar deze eerste lenteavond was voor mij al vast een voorproefje op een prachtig seizoen, met heel veel heerlijke zeildagen...

zondag 7 maart 2010

My 'Maidentrip'

Zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van
de hemel veeg
er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op

Vandaag was het zo’n dag uit een juwelenkistje. De opkomende zon telde vanmorgen al een dukaat uit en dat bleef de hele dag zo. Deze zondag smaakt naar meer. Weliswaar nog met een stevige frisse noordoosten wind. Maar deze zon en het briesje maakten het tot 'Het volmaakte weer' voor een zeiler. Echter dat laatste mag ik mezelf nog niet noemen. Voordat ik me een "zeilmeisje kan noemen, moet er nog wat gebeuren.

Toch vandaag de eerste stap gezet. Vroeg deze ochtend kreeg ik al een tweetbericht van buienradar dat de wind het vandaag kouder zou doen voelen dan dat de thermometer aan zou geven. Omdat ik echt een bloedje hekel aan kou lijden heb, ben ik eerst maar eens de kast in gedoken. Gestart om thermisch ondergoed aan te trekken, met zowel lange mouwen als pijpen. Vervolgens mijn gevoerde broek en een wollen trui erover heen aan. Mijn droogpak, zeillaarzen, handschoenen (3 paar in totaal), een fleece muts en dito col maakten het compleet. Toen ik helemaal klaar was kreeg ik van de kapitein ( zo zal ik m maar even noemen) een opmerking in de trant van "zo little mermaid". Ik voelde me persoonlijk zelf meer een "Michelin mannetje', maar dat is natuurlijk een kwestie van perceptie.

Voor we wegvoeren werd er aan mij duidelijk gemaakt wat de bedoeling was en dat ik zelf veel aan het roer zou staan. In dit geval was het geen stuurwiel, maar een helmstok. Waar ga je in dat geval dan zitten of staan? Vandaag had ik daar echt niet over nagedacht,  maar dat is zeker een leerpunt voor de volgende keer. Ik moet dan zo gaan zitten dat ik die helmstok wat meer vrij kan bewegen en dat ik de zaak ook nog kan overzien. Hoewel daar, voor meer flexibiliteit achter het roer, wel een helmstokverlenger lag. Echter misschien komt dat nog wel, maar dat was nog niet helemaal mijn ding. Ik had staande meer gevoel met de boot. Overigens geeft die helmstok mij wel meer zeilplezier. "Je hebt dan veel meer feeling met de boot" riep ik al voorzichtig enthousiast....,"Maar" zo werd ik voorzichtig weer met beide voeten in de kuip gezet: "Het gaat niet alleen om gevoel, je zult ook nog moeten begrijpen wat je doet". Dat is precies wat ik nu wel wil leren: "De belangrijke relatie tussen de wind en de boot begrijpen". En ja dat het om wind draait bij het zeilen lijkt me enigszins overbodig om te melden.
Vanmorgen, bij het wakker worden, had ik al op ww.windfinder.com  gekeken. Per slot van rekening ga je zeilen, dan heb je windfinder op je iPhone. Deze meldde dat er met de middag 10 kpn zou staan uit het noordoosten. Nu waren die 10 kpn wel 16 knp in werkelijkheid, dus een goede windkracht 4-5. We begonnen hoog aan de wind. Ik had het gevoel dat het redelijk ging. De helmstok kreeg ik steeds beter onder controle. De zeilen werden goed getrimd en het ging heerlijk. Ondertussen werd er uitleg gegeven wat er gebeurde met het zeil. Toen kwam er een moment dat de boot toch behoorlijk schuin ging. Met verschrikte ogen keek ik naar beneden naar het opspattende nat. Op dat punt was ik meer bezig om te kijken wat de boot onder mij nu deed en de angst dat deze om zou slaan. Dat was aan mijn koers te merken. Ik raakte het even helemaal kwijt. Ik blikte in paniek naar de man aan het grootschoot. Ik kreeg alleen een brede grijns terug en de vraag: "Wat gebeurt er?" Volgens mij kwam er als antwoord niet veel zinnigs meer uit. Terwijl hij rustig uitlegde wat er gebeurde en met de nodige aanwijzingen om te begrijpen wat ik verder moest doen, kreeg ik de boot weer op koers. Ik probeerde echt alles in de gaten te houden. Ik kwam ogen te kort. Tegelijkertijd werkte mijn hersenen als een razende, om alle indrukken en het nieuw geleerde toch maar in de juiste laatjes op te slaan. Zodat ik later weer makkelijker verbanden zou kunnen leggen. Even later bij het overstag gaan ging het weer mis. Ik was compleet mijn koers kwijt. De wind, die nu uit een andere hoek kwam, (logisch natuurlijk) deed me even voor een raadsel staan. Ik voelde me net als bij mijn eerste autorijles. Je zit gespannen achter het stuur en je ziet niet meer, dan dat wat er gebeurt aan het einde van je motorkap. Er gebeurt met het overstag heel veel even in korte tijd. Ik merk dat ik veel meer vooruit moet kijken, bedenken moet wat er gaat gebeuren en daarop anticiperen. Tijdens de lunch werden alle handelingen nog even doorgenomen: "Wat is er gebeurd en wat kun je ervan leren?" Terug naar de haven kon ik even terug zakken in de kuip. Ik hoefde even niet aan het roer, gewoon even genieten van het opspattende water en een ervaren kapitein, die wel zijn koers weet en de boot kent. Toch heb ik vandaag meer geleerd, meer dan al die voorgaande jaren. Toen ik alleen koers mocht houden en schoten mocht bedienen. Ik zie al uit naar de volgende zeilles...  
2b-continued 

zondag 28 februari 2010

Navigeren kun je leren...

Lang leve het GPS. Maar als de stroom uitvalt, dan komt het toch op je zelfredzaamheid aan. Dus kaartlezen is en blijft handig, maar daar moet je dan toch wel een beetje gevoel voor hebben. Ik ben van dat type dat wanneer je naar het zuiden moet, ik de kaart op z'n kop houd. En dan ben ik alleen nog maar op het land.Of wanneer ik een winkel uit kom, steevast de foute richting op loop. Nu komt er op het water nog iets meer bij kijken. Dan wordt het zaak dat ik eerst nauwkeurig mijn positie bepaal. Persoonlijk zou ik dat dan doen a.d.h.v. van mijn GPS, maar stel dat die het niet doet. Dan moet ik mijn positie ook kunnen bepalen met minstens twee vaste punten aan de wal en een kaart. Dat wordt wat lastiger. omdat er nu eenmaal  geen bordje op zee staat met: U bevindt zich in t "mosselgaatje" (ligt in de Waddenzee, voordat ik daar weer vragen over krijg, zie link).


Jaren geleden ben ik eens bij een Griek aan boord gestapt. (Je bent jong en dan doe je wel eens iets onbezonnen) We voeren op een zwoele zomernacht noordelijk van de kust van Kreta. Hij voer op de radar en wees me ter plekke op boeien en lichten. Ook vertelde hij me over het navigeren op sterren en terwijl ik op die heldere zomernacht langs zijn arm heen, zijn wijzende vinger nakeek naar de flonkerende sterrenbeelden en de richting die ze aangaven wist ik dat dit "navigeren voor gevorderden" was. Ik geloofde het wel voor dat ogenblik. Al vond ik het moment een moment om nooit te vergeten. Toen laatst iemand tegen me zei dat je ook kon navigeren op de sterren dacht ik toch even terug aan dat moment. Het lijkt me geweldig om zo te kunnen bepalen waar je bent. In een inktzwarte nacht met alleen water en de hemel met haar sterrenbeelden als lichtende boeien om je te wijzen waar je bent op deze blauwe planeet. Maar eerst terug naar het begin...

Gisteren, de 27e februari, mocht ik me bij een stel andere enthousiastelingen voegen om toch de eerste kunst van kustnavigatie te leren. Dan merk je dat het navigeren op een kompas anders is dan rijden op de A2 van Utrecht naar Amsterdam, om maar even iets te noemen. Als eerste heb je te maken met de een kompaskoers. Heel simpel: "Ik wil die kant op, dus ik vaar die kompaskoers". Nou, daar houdt het dus ook gelijk op. Je moet rekening houden met deviatie, variatie, drift en stroom. Daarnaast ook nog met het tij dus met het tijdstip waarop je wegvaart. Dus bij het vaarbewijs1 leerde ik: "Hoe kom je de haven uit" en in en hoe leg je aan met al je trossen en springen". Wel in de goede volgorde graag. Daarnaast nog wat vaarregels. Bij vaarbewijs Aanvullend leer je: "Voor je de haven uitvaart:Waar wil ik heen en waar moet ik allemaal rekening mee houden onderweg van A naar B?" Gisteren had ik de aha-erlebnis. Ik weet hoe het werkt. Dus ik ga 24 maart slagen voor mijn vaarbewijs A, dan heb ik gelijk mijn ICC. Als ik dan genoeg ervaring met het zeilen heb opgedaan kan ik in het buitenland een zeilboot huren... of als ik later groot ben een reis om de wereld gaan maken...Nog veel stappen te gaan.

Wat er aan vooraf ging...

 Wanneer je een schip wilt bouwen,
breng dan mensen bij elkaar om hout te slepen,
het werk voor te bereiden
en de taken te verdelen,
maar leer vooral mensen te verlangen naar de eindeloze zee
Le Petit Prince

Deze tekst uit le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry is een tekst die mij persoonlijk erg aanspreekt. Op het moment dat je echt iets wil (veranderen), dan moet het verlangen er zijn. Wanneer het verlangen er is, dan alleen kun je je droom bereiken om er aan werken. Sommige dingen zul je alleen moeten doen, zelf initiatieven nemen, maar op de weg er naar toe kun je niet alles alleen doen, daar heb je ook anderen bij nodig. In welke hoedanigheid dan ook. Eerder heb ik al een geschreven over mijn droom in mijn blog: "Whats going on?" Onderweg naar Ithaka. Ik wil echt leren zeilen! Niet zomaar als fokkenmaatje, maar gewoon zelfstandig een zeilboot kunnen varen. Weten hoe je onder alle omstandigheden van het moment de zeilen en de boot in de goede koers weet te houden. De boot en de wind leren lezen. Een eigen vaarplan maken en dan gewoon gaan...De haven uit, het water op naar andere havens varen. Ik ben nooit verder gekomen dan een jaar of 10 geleden paar zeillesjes op de Westeinderplassen en de Vinkeveense plassen. Daarna heb ik in mijn "vorige leven" niet meer gedaan dan opstappen en bevelen uitvoeren. Maar wat ik dan precies deed? Dat werd me nooit echt duidelijk. Na mijn scheiding stapte ik tijdens vakanties wel eens op bij vrienden en dan zeilde ik toch. Maar toch...Het verlangen was er: "Ik wil zelf leren zeilen".
En dan komt de vraag: "Waar moet ik beginnen?" Eerst maar de theorie. Bij de eerste de beste boekhandel wat leuke zeilboeken gekocht: "Zeilen voor Dummies" en dat soort boeken. Door het lezen begon het nog niet te leven. Ik zou toch ook wat meer praktische ervaring moeten opdoen. Maar september is nu niet gelijk het tijdstip om nog wat zeillessen te gaan nemen. Dat moet dan maar wachten tot het volgende seizoen. Dan maar vast beginnen met mijn vaarbewijs. Het woord bij de daad gevoegd en me opgegeven voor Vaarbewijs 1 en aanvullend. 2 examens in één keer. Ik had het leerboek ingekeken en ik dacht als autodidact: "Dat doe ik zelf wel even. Ik heb geen les nodig". Het is dan wel zaak dat ik dat dan ook doe, want anders komt het er niets van. Er is altijd wel iets anders wat dan mijn aandacht vraagt. Op dit moment is mijn leven het heel strak plannen en manoeuvreren tussen een hele leuke baan, een uitdagende studie en dan heb ik ook nog mijn sociale contacten en natuurlijk mijn huis. Niet gelijk mijn sterkste punt, maar in een rommeltje wil ik niet leven, dus dat moet bij tijd en wijlen ook eens geruimd, gesopt en geboend worden. Dus toen ik eind november begon te bedenken dat het examen al erg dicht bij kwam, was het even alles opzij en alle avonden theorie stampen, wetten en regeltjes leren. Wat een schrik toen ik tijdens het strakke leren me realiseerde dat ik me niet op 17 december moest melden, maar de 11e al. Daar ging mijn strakke planning. Ik kon ik er natuurlijk gif op innemen dat ik niet zou gaan slagen.Uiteindelijk toch nog vaarbewijs I gehaald, maar geen aanvullend. Ik kwam op dat moment er ook wel achter dat ik toch maar een dagje les moest nemen. Navigeren en ruimtelijk inzicht is niet mijn sterkste kant en dan blijkt toch wel weer dat je toch de inzichten van de ander nodig hebt om verder te komen.  2b continued