maandag 5 april 2010

A penny for a knife

Geef me een geest die op de woelige zee van het leven
Graag de zeilen gevuld ziet met een stevige bries
Zelfs als de stagen schudden en de masten kraken
en het schip dermate overhelt
dat het water drinkt en de kiel bijna hemelwaarts rijst.


De avond voor ik ging zeilen stond ik nog even op mijn balkon. De hemel was opgeklaard en ik zag Mars en Saturnus aan het firmament. Hoewel ik het altijd een moment van complete ontspanning beschouw bedacht ik plotseling: "de lunch!" Afgelopen paar keer had ik steeds voor de lunch gezorgd, dus ik twijfelde of dat nu goed zou komen. Voor alle zekerheid stuurde ik maar een smsje met de mededeling of ik de lunch moest verzorgen of dat het "vissen" zou worden. Voor een hengel kon ik niet zorgen, maar ik had nog een duikersmes liggen in houder. Zoiets waarvan ik me al minstens 2,5 jaar afvraag wat ik er mee moet. Ik dacht misschien kan ik mijn instructeur daar blij mee maken. Gebruikt was het nooit, dus ik vond dat ik deze wel cadeau kon doen. Voor de zekerheid de ochtend voor vertrek wat afbakbroodjes en eieren meegepakt, want ik wilde niet dat we van de honger zouden omkomen ergens op de Grevelingen. Ik zag het ook niet echt voor me dat hij met het mes tussen zijn kaken geklemd op zoek zou gaan naar een dikke karper. (of wat daar ook moge zwemmen). Toen ik het mes cadeau had gedaan liep hij weg. Hij duikelde uit zijn knip een stuivertje op en zei dat dit gewoonte was. Wanneer je een mes geeft dan kan dat ongeluk brengen of vriendschapsbanden doorsnijden. Welliswaar bijgeloof, but better safe than sorry...

Later die dag bedacht ik me dat het misschien wel een eurootje of 10 had moeten zijn. Door inflatie heeft die stuiver van toen, de dag dat het verzonnen is, vast meer waarde dan vandaag de dag...    
Het begon al met uit de box varen. We hadden bedacht hoe we weg zouden varen. Er stond een stevige zuiden wind op de zijkant van de boot. Helemaal doorgedacht en besproken.Toch voelde ik me niet zeker. Ik was zo bezig met de lijn aan de achterkant van bakboordzijde aan te trekken. Dit deed ik echter op mijn knietjes en had daardoor onvoldoende kracht. Een roep van voren deed me realiseren dat aan stuurboord de achterkant werd weggezet en deze de paal dreigde te rammen. Ik zette nog wel snel de lijn vast aan de kikker en probeerde de boot van de meerpaal te duwen. Weer een roep: "pas op je vingers". Een wanhopige blik ging richting voorkant boot. Dit signaal werd opgepakt. Ik moest de lijnen voor vasthouden terwijl hij de boot uit de box zou varen. Hoe het gebeurde, gebeurde het, maar de lijn slipte uit mijn hand en ik kon deze alleen nog maar achterna kijken. Die lag in het water. Direct reageerde de boot. Meelopen was het bevel. Ik liep mee met de paal aan stuurboord. Ik duwde zo hard mogelijk en bedacht dat ik met mijn voet wat meer kracht zou kunnen zetten. "Niet doen, benen binnenboord" Ik raakte enigszins gestrest. Eenmaal goed de haven uit, werd er verteld wat er mis was gegaan en wat ik beter had kunnen doen en wat ik nooit meer mocht doen. Op de motor voeren we richting mosselbank. Daar zouden we aanleggen oefenen aan hogerwal. De stootwillen werden klaar gehangen. Nog niet zo soepel maar dat ging toch redelijk vlot. Toen de lijn aan de voorkant. Die kreeg ik niet zo snel opgeschoten, maar uit vorige lessen had ik geleerd: "communiceren". Ik ketterde wat en riep dat ik nog niet klaar was. Dit werd opgepakt en er werd nog een rondje gevaren. Het aanleggen ging redelijk vlot. Nog een keer in de herhaling, maar nu ik achter het roer. Omdat ik al een keer had ervaren hoe het was gegaan, ging dit toch redelijk soepel.

We lunchten lekker in het zonnetje. We spraken nog wat en voeren even later weer weg. Ik wederom achter het roer. Ik zei nog tegen de kapitein: "ik ben bang om tegen de boot die voor ons ligt te varen" Of ik was bang voor "selffulfilling prophecy", maar ik zette die boot in zijn achteruit. Toen ik van voren de vraag kreeg: Waarom zet je die motor in zijn achteruit? had ik daar niet zo snel een passend antwoord op paraat. Wel realiserend dat het gewoon in zijn vooruit veel beter ging. Toch redelijk soepel voeren we weg.

Eenmaal terug richting haven zouden we in een andere box aanleggen. De wind was in kracht toegenomen. Ik stond achter het roer. We voeren richting box. Omdat ik de situatie niet kende en de wind er echt een spel van begon te maken, voelde ik me niet echt zeker van de zaak. Hij ging achter het roer en vertelde me dat ik zodra ik aan de steiger was moest springen, de lijn direct moest aanleggen schuin voor. Ik stond al op de plecht, mijn ene been over de reling. Klaar voor de sprong op de wal toen ik hoorde van achteren: Houd m aan bakboord af. Ik twijfelde, moet ik nu aan de wal of eerst bakboord afhouden. Nogmaals: "houd m aan bakboord af". Ik trok mijn been terug en in mijn haast duwde ik van stuurboord af. Met dat ik het deed realiseerde ik: "Dit is fout!!!" Echter te laat de boot werd tegen de meerpaal aangeduwd en schuurde er helemaal tegen aan. Gelukkig kregen we een helpende hand van de wal. Enigszins wanhopig verontschuldigde ik me: "Ik wist even het verschil tussen bak- en stuurboord niet meer". De man lachte: "vrouwen". De wanhopige blik van de kapitein deed mij echter verstommen. Ik kon alleen maar zeggen: "sorry". We praten nog lang na over wat er gebeurd was. 

Gelukkig dat die stuiver was gegeven, want anders was het misschien echt helemaal fout afgelopen. Alhoewel? Terwijl ik naar huis reed en mijn auto bijna in de vangrail zette, omdat ik even helemaal wegzakte, realiseerde ik me dat ik doodmoe was... Echter het duurt dan nog ruim één dag dat ik besef: "Doordraven gaat heel lang goed, maar voor welke prijs?" Een stuiver is dan vast niet genoeg...   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten