vrijdag 28 mei 2010

Pinkstertocht naar Lowestoft


I find the great thing in this world is not so much where we stand, as in what direction we are moving: To reach the port our destiny, we must sail sometimes with the wind and sometimes against it, but we must sail, and not drift, nor lie at anchor. 

TOCHTVOORBEREIDING

Een goede tochtvoorbereiding en –planning is natuurlijk een absolute noodzaak. Wat moet er zijn? Wat moet er komen? De mailing gaat over en weer en in de hectiek van alle dag worden er boodschappen gedaan. De waypoints doorgegeven. De tassen gepakt met alle benodigde kleding: Van: "Het kan heel koud zijn tot het kan heel mooi weer worden" Dus van mijn wollen trui tot mijn roze bikini verdwijnt in mijn rode knapzak. Dan moet er ook nog nette kleding mee voor "The captains diner" Een kast vol kleding, maar de bekende vraag komt naar boven: "Wat moet ik dan aan?" Een tip van een vriendin helpt me. 'une petit robe noir' hoort in elke koffer van een vrouw thuis. Daar kun je altijd mee voor de dag komen. Wanneer alles klaar is wordt de auto volgeladen om uit het werk snel naar de boot te kunnen. Werkkleding wordt gedeeltelijk onderweg tijdens het rijden al uit gedaan. Wanneer ik half verhit aan boord kom met tassen vol kleding en tassen vol eten is het commentaar van de heren, die meevaren al gegeven. Dit belooft een gezellige tocht te worden. Na alles geïnstalleerd te hebben volgt de safety briefing met de bemanning: Weet wat waar te vinden is en hoe het werkt. heeft iedereen een gecheckt reddingsvest aan en zijn de lifelines er? De checks worden gedaan, rondje rond de boot, motor, schoten/lijnen, water, brandstof, voedsel, kaarten, veiligheidsmiddelen, et cetera. Denken jullie ook aan afsluiters en luiken? Dan kunnen we gaan, de lijnen worden losgegooid. We worden uitgezwaaid door een enkeling die in de haven aanwezig is. Ik heb er helemaal zin in...



HEENREIS

And soon, too soon, 
we part with pain, 
To sail over silent seas again. 

De eerste stop is "de Roompot". Daar liggen we voor de sluizen om de volgende dag al heel vroeg uit te varen. Die nacht heb ik het erg koud. Mijn keel doet pijn en ik voel me niet lekker. Ik doe er echt alles aan om me warm te houden. Maar deze kou zit in mij en al rillend kom ik de nacht door. De volgende morgen wanneer de zon nog nauwelijks op is gaan we door de sluizen. De zee is vlak. De zon breekt door maar toch is het koud. Als ik wacht heb passeert er een groot vrachtschip. Omdat we motoren besluiten mijn wachtmaatje en ik iets gas terug te nemen. Zodat we het zo beetje alleen op de zeilen doen. Oké, ik ben nog niet door de wol geverfd, maar niet groen meer is mijn idee over mijn zeilervaring.  Toch hoor ik steeds dingen die ik vanuit mijn vorige leven echt anders gewend was te doen. Aangelijnd naar voren? Ik heb met windkracht 8 onaangelijnd gestaan. Hier zie je de verantwoordelijke schipper die tegen mij zegt: "Zou jij niet eens lekker onder zeil gaan?" Het is dan 11 uur in de morgen.  Ik had wacht tot 12 uur. Ik wil protesteren, maar ik merk ook wel dat ik heel moe ben. Leidinggeven is mijn ding, Leiding ontvangen moet je ook kunnen. Ik besluit daar mee als ik op de deining van de zee in slaap val. Wat is het toch heerlijk om aan boord te zijn.
Wanneer ik wakker word is het nog maar een uur later. Ik ben even heel ver weg geweest, maar ik heb trek. De scheepskok heeft een heerlijk broodje ei gemaakt. Deze nuttig ik en ik merk dat het praten me steeds meer moeite kost. Ik merk ook dat ik heel erg moe ben. Ik excuseer me en duik maar weer in mijn kooi om vervolgens heel diep weg te zakken. Pas laat in de middag word ik wakker. De mannen hebben besloten om mij maar te laten slapen. We praten wat bij, kaarten wat en ik kom tot rust. 3 mannen die voor me zorgen terwijl ik me niet zo fit voel, wat wil je als vrouw nog meer? Ik laat het me lekker aanleunen. Zeilen is op dit moment toch niet echt een issue. De motor draait al minstens 14 uur volop als de duisternis intreedt. Dan kan ik het niet nalaten om de sterrenhemel te scannen. Saturnus laat zich zien. Jammer genoeg hebben we niet een kijker die de ringen duidelijk laten zien, want ik twijfel of het Spica is, de helderste ster in het sterrenbeeld maagd of Saturnus. Dan bedenk ik de woorden van mijn opa nog maar eens: "Een ster flikkert en een planeet niet". Dat zijn niet de enige lichtjes die we te zien krijgen. We moeten gaan koersen op de haveningang. Ik vind dit spannend en ik tuur de duisternis in. Ik merk op dat door de lichten aan de wal de lichten op de boeien slecht te zien zijn en dan is het wel heel erg rustig weer. Hoe zou het dan zijn met onstuimig weer?  Als we eenmaal de havenmond in zicht hebben dan roept de kapitein op: "Papa India 6933" en of hij binnen mag lopen? Wanneer we eenmaal vastliggen dan komt het bier en de nootjes tevoorschijn en we toasten  en bedanken de kapitein voor een rustige overtocht.

TERUGREIS
En hoe verder hij ging,
des te langer
was zijn terugweg
Deze woorden begroeten je als je Utrecht Centraal binnenrijdt met de trein. Ik heb vaak over deze woorden nagedacht. Spreekt de dichter zichzelf tegen of versterkt hij juist wat hij zeggen wilt? Ik denk dat ik het na deze reis een beetje weet. Soms ga je ergens heen, je verlangt naar waar je zijn wilt en je geniet ervan. Alles werkt mee, maar dan moet je nog terug. Je hoopt op meer wind, zodat de tocht wat leuker, spannender en leerzamer zal zijn. Maar "wanneer je denkt dat het zo is, is het altijd anders". En dan moet je een lange weg gaan...
Toch had deze terugreis een prachtige verrassing. Ik lag net op mijn bedje, toen ik door een van de bemanningsleden opgewonden werd wakker gemaakt met de kreet: "dolfijnen". Ik was direct klaarwakker en begaf me richting voorkant boot waar vijf dolfijnen zich rond de boot bewogen. Mijn camera werd me aangereikt en ik nam gelijk wat foto's. Geweldig! Gewoon genieten van deze prachtige dieren. Er gaat iets magisch van uit. Iets wat zinspeelt op een esoterische beleving. Deze dieren hebben iets. Het is volgens mij dan ook niet zo vreemd dat veel onderzoekers steeds meer en meer overtuigd raken van het feit, dat dolfijnen middels een bepaalde ethische code gekoppeld zijn aan een buitengewoon groot intellect. Dolfijnen moeten dus wel van nature hoogstaande entiteiten zijn. Daar komt dan nog bij, dat zij niet alleen leren van ons, maar wij zeker zoveel van hen! Persoonlijk ben ik jaloers op de uitbundige, plezierige en ontspannen manier van doen. De dolfijnen verdwenen weer en de rust kwam daarmee ook terug op de boot. Iedereen ging weer verder waar die gebleven was. Langzamerhand valt dan de duister in. Iets sneller dan de heenreis bereiken we de Nederlandse kust. Er wordt op zeker moment gevraagd wat voor lichtje dat toch is wat boven de westelijke einder staat? Ik merk op dat dit Venus is. Ik ben moe. De tocht heeft veel van mij gevraagd, maar ongelooflijk veel teruggegeven...     

woensdag 12 mei 2010

mijn eerste zeezeilles...

Leisure is the mother of philosophy

Het is tijd voor mijn eerste zeezeilles. Ik besluit om op tijd van huis te gaan en ik stap om 10 over half 5 al de deur uit. Tom Tom installeren, want op de site staat aangegeven dat er een ander verzameladres is. Het begint de wijk al uit. Ik kan niet via de kortste route de A12 op, maar moet via de A2. Dat is zeker niet sneller. Nauwelijks op de A12 aangekomen sta ik vast. Het rijdt helemaal niet meer en het lijkt wel of heel Nederland weer een op de weg zit met 2 dagen vrij. Na een rit van 2 uur(normaal 50 min) kom ik aan in een compleet lege haven. TomTom weet het ook niet meer en ik besluit maar uit te stappen. Misschien ergens te vragen? Maar ik zie niemand! "Wat nu?" Dan is het handig dat je een mobiel bij je hebt. Hulplijntje bellen in dit geval met de vraag: "Wat moet ik nou?' Maar ik heb nog nauwelijks mijn hulpkreet uitgezonden of ik zie iemand 2 meter beneden mij bezig. En hoe dom, daar liggen ook verschillende boten met op de huik levensgroot: "Zeezeilschool". Over het hoofd gezien. Op dat moment stopt het ook met zachtjes regenen. Eenmaal op de steiger stelt de instructeur voor om maar snel mijn zeilpak aan te doen. "We zijn al laat" Ik zie verder niemand in de haven en hij is bezig op een piepklein bootje met de naam: "Hobbes" . Ik kijk nog even hoopvol richting een "Bennetau 42, maar al gauw wordt mij duidelijk dat het op dat kleine bootje gaat gebeuren. De vlaggetjes in de haven staan redelijk strak, dus een goede windkracht 5 staat er wel. Ik krijg al snel commando's in de vorm van: " Doe jij de Genua erop?" Hij legt de eerste harp vast aan de boot en al snel is dit klusje gepiept. Er wordt uitgelegd dat er een doorgaande genuaschoten zijn. Deze worden klaar gemaakt. Op dat moment arriveert ook de andere cursist. Ook verlaat door de file. We krijgen enkele instructies en dan varen we weg. De haven uit. Omdat hij niet op volle zee de zeilen wil hijsen wordt dat nog in de luwte van de havenmond gedaan.  Ik zie dat de golven best hoog zijn en dat er ook witte koppen staan als we eenmaal met een stevige noordenwind de Noordzee opvaren. Het bootje wordt gelijk door de golven gepakt en ik krijg gelijk de helmstok in mijn handen geduwd: "Vaar maar op de genua" zegt hij. Ik blik omhoog en zie dat de windtales mij vertellen dat ik lekker op koers lig. Dit kleine bootje luistert heel nauwkeurig, maar het gaat lekker. Aan de hoge kant gezeten houd ik de helmstokverlenger vast en de boot bonkt lekker door de golven. Ik corrigeer hier een daar op het moment dat we door zo'n golf gaan. De andere cursist zit op haar billen op de bodem en is enigszins confuus. Aan haar gezicht is af te lezen dat zij het niet echt leuk vindt, terwijl ik een smile heb van: "Geweldig" Dan krijg ik de opdracht dat we overstag gaan. Dit gaat helemaal goed. Ik stuur het bootje in een keer goed de wind door en lig weer gelijk op koers. Maar waar ik geen rekening meegehouden heb is dat nu de golven opeens anders lopen. Dit maakt mij even onzeker. " Vaar op je windtales" is de opdracht. En het gaat goed! Ik merk wel dat zo'n klein bootje weinig bandbreedte heeft. Het komt echt op zeilen aan. De andere cursist wordt naast mij neergezet en zij krijgt de opdracht om met de grootschoot te sturen, zodat er een samenwerking komt. Omdat zij Engelse is, gaat de instructie voornamelijk in het Engels. We gaan nogmaals overstag. Ik merk dat het overstag gaan op je knieen toch een bepaalde lenigheid van je vraagt en die is niet altijd gegarandeerd is een dik zeilpak. Niet zo soepel als de eerste keer, maar toch goed weer opgepakt varen we richting de pier van Scheveningen. Het regent nog steeds, maar het maakt niet uit. Het spoelt enigszins het zoute water van mijn gezicht. Het wordt tijd om te wisselen. Ik krijg de grootschoot en zij de helmstok. Dit gaat niet lang goed... De zeilen klapperen en ik probeer de grootschoot wel te geven of te vieren, maar dat gaat niet lukken. De instructeur besluit in te grijpen. Zij wordt aan de hoge kant neergezet, met haar benen buiten boord. Dan varen wij samen. Hij met de helmstok en ik met de grootschoot. Ik merk nu dat er samenspel moet zijn. Hij geeft wat aanwijzingen en het gaat heerlijk. Even later vraagt hij ook aan mij om voor de stabiliteit van de boot met mijn benen over boord, naast haar te gaan zitten. Ik heb het water nog nooit zo dicht bij gehad. maar het gaat lekker. Terug naar de haven gaan we voor de wind. Op dat moment zitten we met onze knietjes achter elkaar op de bodem in de kuip. Net voor de havenmond krijg ik de opdracht naar voren te kruipen en ik moet de genua helpen om naar beneden te krijgen. Dit gaat goed. Ook het grootzeil wordt neergehaald. Voor de mast trek ik rustig het zeil naar beneden. eenmaal in de haven merk je niet zoveel meer van de onstuimigheid van de zee. We leggen aan. Maken de boot weer op orde. We hebben ondanks dat we wat later vertrokken toch ruim 2 uur gevaren. Ik heb het gevoel dat het 10 minuten was... Tijdens een biertje in een gezellige bar bij de haven krijgen we feedback en bespreken nog onze ervaringen. Ikzelf krijg het compliment mee dat hij net uit de haven had gedacht "Joh dat is eer eentje die strak koers kan houden onder deze omstandigheden". " Totdat je onzeker werd, omdat je de golven opeens van de andere kant zag komen en dat was je aan te zien". Waar heb ik dat eerder gehoord?: " Hou op met denken en ga gewoon zeilen" Ben toch blij met een strenge leermeester voorgaande lessen!

Share photos on twitter with Twitpic

dinsdag 11 mei 2010

Medemblik-Makkum

Separately there was only wind, water, sail, and boat, 
but at my hand the four had been given purpose and direction.

Vanmorgen al heel vroeg, iets te vroeg naar mijn zin werd ik opgepikt om samen naar Medemblik te rijden. Omdat het toch nog ruim een uur rijden is vanaf Utrecht is er voor dit onchristelijke tijdstip gekozen. De bedoeling is om de boot door de sluizen van Kornwerderzand te varen richting Harlingen.  Daar zou de vrouw van de kapitein aan boord komen en ik zou na een dag varen weer van boord afgaan, omdat ik de dag erop weer allerlei andere zaken te doen heb. 

Eenmaal aan boord vraag ik de dingen, die ik vind dat ik dan moet weten. En dat beperkt zich niet tot waar alles ligt in de keuken. Maar van "Hoe diep ligt deze boot", "Is het een rechtsdraaiend of links draaiend roer?". Nadat ik als commentaar meekrijg dat dit toch wel erg zeldzaam is voor een vrouw,  krijg ik de uitleg over alle technische details van de boot. De zeilen worden klaargemaakt en er wordt aan mij gevraagd of ik de boot de box uit wil varen. De wind staat op de kont. Uit mijn ervaring moet dat de doen zijn, maar omdat de boot toch een paar voet langer is dan ik de laatste tijd gewend ben en ik met een roer moet sturen en niet met een helmstok geef ik aan dat hij het zelf mag doen. Een grijns is het antwoord. Hij vindt dat ik dat gewoon moet doen. We nemen het door. Ik vraag wanneer ik moet gaan draaien. Daar heeft hij nog nooit over nagedacht, dus ik volg maar wat er in de boeken staat. "Op een derde van de lengte van boot, vanaf de voorkant gemeten" besluit ik. Het gaat goed! De boot wordt soepel uit de box gevaren en richting de havenmond geloodst. Een beetje gespannen ben ik dan nog wel, maar het gaat steeds beter.

Omdat de boot eenmaal op het IJsselmeer al met de neus in de wind ligt, kunnen gelijk de zeilen worden gehesen. Er staat niet zo veel wind, dus alle zeilen worden bijgezet. We hadden al besproken wat de beste koers zou zijn, incluis de kaarten en windfinder erbij. Er wordt besloten om eerst maar een eind heen richting Noorden te koersen. De wind pakt dan de zeilen en we glijden soepel over het water. Er staat niet zoveel golf, dus dat is mooi meegenomen. Tegen de middag verandert de wind, de koers wordt iets verlegd. We kijken samen naar de snelheid van de boot met deze wind. Het moment wordt bepaald tot welk waypoint we kunnen varen om meer richting oosten te gaan varen. Op het water is de eetlust altijd genoeg aanwezig. De stuurautomaat wordt er opgezet en ik duik de keuken in om even de lunch klaar te maken. Het weer begint te betrekken en de wind wordt sterker en draait nog meer naar het Noorden. Als we deze koers willen vasthouden betekent dat we moeten gaan kruizen. Daar is hij volgens mij geen voorstander van en we vallen gewoon wat af.  Er wordt op dat moment besloten dat het geen Harlingen gaat worden, maar Makkum. Met de middag trekt de wind nog meer aan en als we richting Oosten koersen halen we makkelijk 7,5 tot 8 knopen. Het gaat lekker. Omdat we niet door de sluizen gaan zijn we eerder op plaats van bestemming dan dat ik gepland en verwacht had. Ik had het ook wel leuk gevonden om eens door de sluizen te gaan, maar goed dat kan altijd nog.  

Eenmaal in de haven, drinken we nog wat. Er wordt wat gekletst en hij vraagt of ik donderdag en vrijdag ook nog meevaar. Ik twijfel namelijk. Ik had al voorzichtig aangegeven dat ik in tijdnood met andere verplichtingen kom. Ze willen naar Terschelling varen met Hemelvaart, dus ik constateer dat ik daar minstens twee dagen mee kwijt ben... Een dag zou nog wel lukken, maar twee dagen is iets te veel van het goede. Ik uit zo mijn bedenkingen en hij weet mij te vertellen dat een gezamenlijke vriend met de hemelvaart eigenlijk ook wel een tochtje wil varen, maar niet meer dan 1 dag. Deze wordt gebeld en het besluit is genomen. Ik vaar donderdag wel, maar niet naar Terschelling. Een volgende keer graag, als ik geen paper meer hoef te schrijven en geen loop van 10 km wil lopen op de zondag.  
We nemen afscheid als zij aan boord komt. Ik neem de autosleutels in ontvangst en rijd in een lekker tempo de regen in.... Hopend dat morgen tijdens mijn eerste zeezeilles het weer beter is....